Verschil tussen polariseren, polderen en pluriformeren.
Een praktijkvoorbeeld.
In dit kader is het interessant om een zijdelings gerelateerd praktijkvoorbeeld te noemen. We trainden een callcenter van een grote telecomorganisatie en de afdeling in kwestie was een klachtenlijn. Medewerkers moesten vooral de klacht goed verhelpen. Maar ze hadden ook een secundaire doelstelling: als het abonnement verlengd kon worden, moesten ze daarvoor gaan. Oh, en een derde doelstelling: het gesprek graag in zo min mogelijk tijd, want de gemiddelde afhandeltijd is een belangrijke KPI. Met andere woorden: een nogal weerstand-gevoelige situatie.
We kozen voor een data-gedreven aanpak en deden een assessment bij de ± 100 medewerkers van deze afdeling. We testen allerlei subvaardigheden, variërend van hoe iemand de eerste begroeting deed tot of en hoe ze een aanbod durfden te doen aan het eind van het gesprek. Die uitslagen legden we naast de individuele verkoopcijfers van diezelfde medewerkers. Wat bleek? De best presterende medewerkers deden consistent één ding: in het eerste deel van het gesprek besteden ze bovengemiddeld veel tijd aan contact leggen, vragen stellen en de klant echt begrijpen. Pas minuten later, en alleen als ze zelf ook geloofden dat de klant hier iets aan zou hebben, deden ze een aanbod. Afdelingbreed gingen de cijfers met meer dan 25% omhoog toen we iedereen leerden om aan de start te pluriformeren (hoewel we dat toen nog niet zo noemden).